zondag 27 september 2009

een verhaal in beelden


Vandaag kregen we de nieuwste editie van kunsttijdschrift Beelden ('kwartaalblad voor ruimtelijk geörienteerde kunst') in handen. Op de cover staat het werk-met-de-fluitketels dat Ronald van der Meijs maakte voor Polderlicht in 2007. Tevens bevat het magazine een interview over verleden en heden van Polderlicht. Het artikel -van Eleonoor van Beusekom- is helemaal to the point; we hadden het zelf niet beter kunnen schrijven. Hieronder de gehele tekst:

Polderlicht, licht- en geluidskunst toont stedelijke ontwikkeling
Begonnen als éénmalig project en uitgegroeid tot een bijna tien jaar overspannend evenement: het tweejaarlijkse licht- en geluidskunstproject Polderlicht (elke keer gedurende drie avonden in oktober) laat de veranderingen zien in het Amsterdamse Polderweggebied, van een 19de eeuws industriegebied met sterk vervuilde grond tot opgeschoonde prestigewijk. De straatjes waar loodsen stonden en waar fraaie maar verwaarloosde utiliteitsbouw aanwezig was, vormden tijdens Polderlicht een onvermoed sfeervolle ambiance. Kunstwerken stonden op onduidelijke bedrijfsterreintjes, in garages, op gifgrond, in bouwketen en uiteindelijk in de casco's van ambitieuze nieuwbouwprojecten. Buurtbewoners en andere bezoekers werden getrakteerd op een avondlijke rondwandeling en kregen een totaal andere indruk van het terrein.

Eind oktober vindt de vijfde editie van Polderlicht plaats. Omdat het Polderweggebied zijn definitieve vorm nadert, is deze editie tevens de laatste. In een gesprek met organisatoren Loes Diephuis en John Prop een terugblik naar de vorige vier Polderlicht afleveringen en de huidige stand van zaken.

EvB: Vijf edities van Polderlicht in bijna tien jaar, dat mag je een ambitieus project noemen. Hoe is dat idee ontstaan?
LD: “Eigenlijk is Polderlicht begonnen als een éénmalig project. We hoorden in 2001 dat het Polderweggebied zou worden gesaneerd. Dat betekende sloop, afgraven van enorme hoeveelheden gifgrond en nieuwbouw. Op dat moment was het nog een echte rafelrand: allerlei vage bedrijven, muziekstudiootjes en de gemeentereiniging lagen achteloos verspreid. 's Avonds voelde het er onveilig, d'r lag altijd glas van kapotgeslagen autoruiten, mensen meden het terrein. Maar het had een hele eigen charme en dat wilden we nog één keer laten zien. En we wilden er juíst in die 'onveilige' avonduren iets bijzonders van maken. De keuze voor lichtkunst was toen snel gemaakt. Met de naam Polderlicht wilden we niet alleen zeggen dat we lichtkunst lieten zien, maar ook dat we iets van de 'zwaarte' van het gebied afhaalden. Overigens programmeren we vanaf het begin af aan ook videoinstallaties en geluidskunst, als het maar werkt in het donker.”
JP: “Die eerste aflevering van Polderlicht was een onverwacht succes. En we besloten om verder te gaan. Toen is eigenlijk pas écht het idee ontstaan om de ontwikkelingen in het gebied te gaan volgen, ze door ons project inzichtelijk te maken. Vanaf dat moment zijn we ook bewuster kunstenaars gaan selecteren die werk maken dat op de één of andere manier lijkt aan te haken bij die veranderingen. Het hele concept van Polderlicht als de kunstzinnige pendant van een stukje stedelijke ontwikkeling is toen, in 2003, pas echt geboren.”

EvB: Jullie kiezen ervoor om de bezoeker alles zonder enige uitleg voor te schotelen. Hoe verhoudt zich dat met een kunstproject dat zich voor een belangrijk deel richt op buurtbewoners?
LD: “We kiezen zoveel mogelijk voor kunstwerken die voor zichzelf spreken, die zo weinig mogelijk achtergrondinformatie nodig hebben. Werken die geheel op zichzelf weten te verbazen of te intrigeren, of desnoods irriteren. Blijkbaar is onze opzet voldoende laagdrempelig om er een moeilijk werk tussen te kunnen stoppen. En blijken gewone buurtbewoners, mensen die nooit naar een museum gaan, meer feeling met kunst te hebben dan je zou verwachten; ze komen tenminste elke keer weer met plezier en in grote getale op Polderlicht af.
JP: “Waarmee niet gezegd is dat we een overdreven gezellig evenement neerzetten. Juist het schimmige karakter van het gebied was onze grote kracht. Dat bezoekers in een donker straatje verzeild raken, ervan overtuigd dat ze de weg zijn kwijtgeraakt, om dan plotseling opgeschrikt te worden door een vreemd geluid uit een boom... dat soort momenten is onbetaalbaar.”

EvB: Is dat soort momenten nog mogelijk, nu het gebied vol staat met nieuwbouw? Zijn er nog spannende locaties te vinden?
LD: “Het is waar, zo obscuur als een paar jaar geleden is het Polderweggebied niet meer. En dat is dan ook de reden dat de komende editie van Polderlicht de laatste zal zijn. Maar als gevolg van de economische crisis is er onverwacht een geheel nieuwe situatie ontstaan. De aannemers en projectontwikkelaars hebben zich teruggetrokken uit het gebied; alle werkzaamheden zijn stilgelegd. Daardoor staan die nieuwe gebouwen een beetje eenzaam tussen verlaten bouwputten van soms wel acht meter diep. Het lijkt wel een collage van stukjes stad en stukjes woestijn: een surrealistische aanblik. Dat maakt dat het nog steeds een hele spannende omgeving is voor een kunstproject als Polderlicht. En we kennen het terrein inmiddels zó goed dat we opnieuw een paar hele spannende plekjes hebben weten te vinden.”