Hulde voor dit prachtartikel op de opiniepagina van De Volkskrant van UvA-medewerker Marc Davidson. Wij zijn zo vrij om er een deel van te citeren. Want ook Polderlicht-projecten worden mogelijk door subsidie(s). En daarmee van úw belastingcenten. Waarvoor dank!
[...] Wat kunst nu juist tot kunst maakt, ligt niet in haar schoonheid of
boodschap. Kunst hoeft geen spiegel te zijn en evenmin een punt te
maken. Wat kunst tot kunst maakt, is enkel haar vermogen ons de ogen te
openen voor een wereld waarvoor wij inmiddels blind zijn geworden. Vanaf
onze geboorte raken wij langzaamaan gewend aan alles dat wij zien,
horen en voelen. Daardoor maakt de zoveelste ellende op
televisie, de zoveelste zonsondergang, de zoveelste elektronische gadget
toch minder indruk op ons als volwassene dan als kind. Kunst is een
taal om de wereld op een andere manier te tonen waardoor wij haar weer
even wél opnieuw ervaren, weer even worden wakker geschud. Kunst toont
zaken die ons misschien ontgaan als ze ons letterlijk in woord of beeld
worden voorgeschoteld. Maar omdat wij in de loop der tijd ook weer met
elke kunsttaal vertrouwd raken, omdat elke taal vroeg of laat onderdeel
wordt van onze cultuur, moet kunst zich continu vernieuwen om de ogen te
kunnen blijven openen. Lang geleden liet Van Gogh ons opnieuw
zonnebloemen ervaren, maar zijn kracht is deels verloren gegaan.
Daarvoor zijn we inmiddels te vertrouwd met zijn taal.
Grensverleggend
Kunst
is daarom altijd grensverleggend en verkennend. En alles wat
grensverleggend is, heeft in het begin maar weinig volgers. Columbus had
op weg naar de Nieuwe Wereld maar enkele medereizigers aan boord. Maar
daarom noemen we zijn reis nog niet 'elitair'. Ook bij nieuwe
wetenschappelijke inzichten duurt het vaak tientallen jaren voordat zij
voor een breed publiek toegankelijk zijn. We kennen de invloed van
wetenschappers als Darwin en Einstein op ons wereldbeeld. Maar hoeveel
mensen volgden hun colleges of lazen hun werk? [...] Ook het bereik van kunst (is) veel groter dan de
directe toeschouwer of luisteraar. Alles wat wij nu als onze breed
gedragen cultuur beschouwen, begon eens in kleine kring. Hoe wij ons
kleden, het soort muziek waarbij wij ons vertrouwd voelen, de typische
Nederlandse bouwstijl, was eens nog geen onderdeel van de cultuur maar
kunst.
Kunstenaars sleutelen evenals wetenschappers aan hoe wij
naar de wereld kijken en veranderen daarmee onze cultuur. Op zich is
niemand verplicht daaraan waarde te hechten. Wellicht verafschuw je
juist dat er aan je cultuur en wereldbeeld wordt gesleuteld. Maar vraag
je dan tenminste af waarom je juist aan de huidige cultuur hecht en niet
aan die van een paar honderd jaar geleden. Ook Nederland is door de
eeuwen heen cultureel veranderd, deels onder invloed van
grensverleggende kunstenaars en wetenschappers. De langzame verandering
van onze cultuur en ons wereldbeeld is juist een teken dat onze
samenleving leeft en niet afgesloten de geschiedenisboeken in kan. Veel
mensen hechten er daarom waarde aan dat kunstenaars en wetenschappers
een nieuwe blik op de wereld bieden, ook zonder daarvan zelf directe
toeschouwer te zijn.
Kunstbelasting
Maar
waarom dan subsidie? Kunstenaars lopen per definitie voor de troepen uit
in plaats van te behagen en kunnen zich daarom niet altijd op de markt
bewijzen. Toch reikt het belang van kunst ver voorbij de directe
toeschouwer. [Een eerder opiniestuk] pleit daarom voor 'een vrijwillige kunstbelasting,
zodat de financiën van de kunsten zijn verzekerd van een onomstotelijk
draagvlak'. En dat is de brede teneur van de meeste lezersreacties: laat
iedereen maar betalen voor datgene waaraan hij of zij zelf waarde
hecht. Maar dat werkt helaas niet. Eenmaal gecreëerd is kunst
evenals wetenschap grotendeels voor iedereen gratis toegankelijk. Hoewel
je mensen kan dwingen te betalen voor de producten en diensten waarvan
zij gebruikmaken, bestaan er geen patenten op wetenschappelijke of
artistieke inzichten. Vandaar dat bij een vrijwillige kunstbelasting
mensen graag anderen laten betalen en zichzelf opstellen als free rider.
Hoeveel geld zou de overheid ophalen met 'een vrijwillige
solidariteitsbelasting, zodat de financiën van de sociale zekerheid zijn
verzekerd van een onomstotelijk draagvlak'? Vrijwel niets. Willen wij
een levende en bloeiende samenleving waarin de kunsten ons de ogen
openhouden, dan zullen we die kunsten ook collectief met subsidie moeten
stimuleren.
woensdag 11 september 2013
Abonneren op:
Posts (Atom)