In het hart van Hoog Catharijne, in het
midden van de overloop tussen het stations- en het stadsgedeelte van
het Utrechtse winkelcentrum, staat-ie: Tank Man, een geweldig kunstwerk
van Fernando Sánchez Castillo. Een levensgrote en levensechte wassen
replica van de onbekende maar wereldberoemde Chinees die op 5 juni
1989 in zijn eentje een rijtje tanks tegenhield op het
Tiananmen-plein. Zoals hij toen de soldaten van het
Volksbevrijdingsleger confronteerde met zijn moed en zijn
kwetsbaarheid, zo confronteert zijn evenbeeld nu het winkelende publiek met...
ja, met wát eigenlijk? In elk geval met zijn kwetsbaarheid, want het
beeld moet met een hek en een suppoost worden beschermd, zoveel
aandacht vraagt en krijgt het. In China, waar de tanks de hoop op meer democratie
voor tientallen jaren de grond in hebben geboord, wordt het volk vakkundig zoet gehouden met steeds meer shopping malls, dure auto's en
merkkleding, en die strategie van de machthebbers wérkt. Het kunstwerk roept daardoor talloze vragen
op: verwarren we een begrip als vrijheid niet te makkelijk met
een ruim winkelassortiment? Is koopkracht een goede graadmeter voor welzijn? Zou onze welvaartsstaat niet méér
moeten inhouden dan dat ons aller kooplust overal en altijd kan
worden bevredigd?
Wegens omstandigheden waren we pas
vandaag in staat om de drie maanden durende tentoonstelling Call Of The Mall te bezoeken, precies één week voordat-ie is afgelopen. Dat
voelt een beetje alsof we vlak voor sluitingstijd nog
snel een paar boodschappen doen in de plaatselijke Albert Heijn: vers
brood is er op dat tijdstip niet meer, maar voor een voedzaam avondmaal is er keus volop. Zo ook bij Call Of The Mall: de talloze
performances zijn weliswaar voorbij, de begeleidende expo in de nabijgelegen Rabo
Kunstzone inmiddels achter de rug, maar er is nog genoeg te zien om
een hele middag te vullen en onze kunsthonger te stillen.
Ruim 25 kunstwerken, in allerlei
disciplines, staan opgesteld in en om Hoog Catharijne. Sommigen staan
midden op de 'pleintjes' waar winkelstraten samenkomen, anderen zijn
wat meer verstopt en bevinden zich bijvoorbeeld in leegstaande winkelruimtes of op het dak van een kantoor- of woontoren. Al met al zijn
ze verspreid over een behoorlijk groot gebied. Call of the Mall
is dan ook allereerst een speurtocht, een ontdekkingsroute op
onbekend terrein met een plattegrond als gids. De kunstwerken versterken de locaties
en doen ons er anders naar kijken: precies zoals we dat beogen met
sommige van onze eigen projecten, zoals het komende TransLumen. Neem The Blank
Stare van Gabriel Lester: van zichzelf al een mysterieuze film,
maar de locatie – een theatertje in seventies-stijl boven
een parkeergarage, alleen bereikbaar met een lift- maakt de surreële
ervaring compleet. Of de in een neutraal grijs geschilderde rij
'klassieke' auto's (een Ford Taunus, een Opel Kadett, een VW Kever
enz) van Maze de Boer in de onlangs strak gerenoveerde en al even
neutraal grijs gesausde parkeergarage. Gaaf! Dat
een enkel werk kwalitatief dan wat achterblijft bij het hoge gemiddelde:
ach, dat maakt dan niet eens meer zoveel uit...
Elk kunstwerk geeft op zijn eigen
manier commentaar op één of meer aspecten van Hoog Catharijne, de
ingrijpende verbouwing die het alweer veertig jaar oude en hopeloos
verouderde winkelcentrum en de rest van het stationsgebied ondergaan,
hoe de winkeliers omgaan met de financiële crisis etc. Sanja
Medić schetst een duistere toekomst voor de geplaagde middenstanders met Everything
Must Go: een enorme
wand met een fotoprint van een desolaat Hoog Catharijne met roltrappen die, zoals
een Inca-tempel in de jungle, voor een
groot deel zijn overwoekerd met (echte) planten. Het
figuurlijke en letterlijke hoogtepunt van de expositie bevindt zich
in het NH-hotel aan het Jaarbeursplein. Op de 20ste etage staat een
rijtje telescopen, heel precies gericht op het dak van een ruim twee
kilometer verderop gelegen studentenflat. Op dat dak staat een LED-display waarop teksten voorbijkomen. In de teksten wordt afscheid
genomen van een wereld zoals we haar kenden ('Vaarwel verzorgingsstaat';
'Vaarwel spontaan aangesproken voorbijganger') en wordt een nieuwe
realiteit welkom geheten ('Welkom online shopping' en -heel raak-
'Welkom kunst als glijmiddel voor bouwplannen'). Een trieste
Händel-aria voorziet dit fantastische werk, Fare
Thee Well! van Dries Verhoeven, van een passende soundtrack.
'We
zijn zoveel rijker dan we denken' concluderen de samenstellers in het
voorwoord van de Call
Of The Mall-gids. Ze
refereren daarbij aan de verbeelding van kunstenaars en van onszelf,
die ons in staat stelt onszelf een nieuwe wereld voor te toveren.
Maar ook de mogelijkheid om, met enige regelmaat, gratis en voor
niks, van dit soort magnifieke kunstprojecten te kunnen genieten betekent een geweldige
rijkdom.