Het eerste kunstwerk op de Parklicht-route hakte er gelijk flink in: een achttal stroboscopen die, heel snel en één voor één, steeds uit een iets andere hoek een groepje bomen van onderen fel wit aanlichtten. Met als resultaat dat de bomen heel ritmisch op en neer leken te vibreren. Wie zijn ogen liet wennen door zich wat langer onder te dompelen in dit flits-geweld, bemerkte dat de heftige maar ook constante cadans –nog het meest te vergelijken met een GIF-je van een onweersbui- zowaar een rustgevende kwaliteit had: een soort hyper-zen. Joris Strijbos noemde zijn installatie Pendulum Light vanwege de motoren die de lampen in beweging hielden. Die motoren bleken de vrijdagse stortregens echter niet aan te kunnen en dus werd het werk á l’improviste op ‘statische’ statieven geplaatst en zodanig aangepast dat het effect bleef behouden... en gek genoeg nog sterker werd óók! (foto: Hans van den Bosch)
donderdag 15 januari 2015
parklicht | 1. pendulum light
Het eerste kunstwerk op de Parklicht-route hakte er gelijk flink in: een achttal stroboscopen die, heel snel en één voor één, steeds uit een iets andere hoek een groepje bomen van onderen fel wit aanlichtten. Met als resultaat dat de bomen heel ritmisch op en neer leken te vibreren. Wie zijn ogen liet wennen door zich wat langer onder te dompelen in dit flits-geweld, bemerkte dat de heftige maar ook constante cadans –nog het meest te vergelijken met een GIF-je van een onweersbui- zowaar een rustgevende kwaliteit had: een soort hyper-zen. Joris Strijbos noemde zijn installatie Pendulum Light vanwege de motoren die de lampen in beweging hielden. Die motoren bleken de vrijdagse stortregens echter niet aan te kunnen en dus werd het werk á l’improviste op ‘statische’ statieven geplaatst en zodanig aangepast dat het effect bleef behouden... en gek genoeg nog sterker werd óók! (foto: Hans van den Bosch)
parklicht | 2. it's all in the nature
‘Kunstnomade’ Robert Roelink is een idealist. Een echte, die gééft om de wereld. Om het milieu. Om ons aller toekomst en die van onze kinderen. Vanuit zijn camper werkt hij aan kunst die de wereld wat bewuster moet maken. Zijn werk, grote figuratieve inflatables, mag dan grotendeels uit lucht bestaan, luchtig is het allemaal niet. Zijn Parklicht-bijdrage It’s all in the nature –een grote witte blob waaruit een (Christus?-)figuur met uitgestrekte armen opduikt- ligt wat minder zwaar op de maag dan Black Future, het werk dat hij een half jaar geleden bij Hanging Around in het CBK Amsterdam toonde, maar de onderliggende boodschap is er niet minder urgent om: als we zo doorgaan met (over-)consumeren gaat de wereld naar de kl*te... Het vrijwel gewichtloze werk moest met stenen op zijn plaats worden gehouden, anders had de stormwind het zó tegen de voorgevel van de tegenovergelegen Vomar gekwakt...
parklicht | 3. zen
Drie koelwitte neoncirkels bewegen langzaam om hun as. Ze hangen aan het dak van de kweekkas van het sjieke Restaurant De Kas. Doordat ze talloze malen worden gereflecteerd in de glazen constructie ontstaat er een levendig, dynamisch beeld in slow motion. Het werk, ZEN van Paul Baartmans, is op een ingetogen manier stijlvol, uiterst bepalend maar niet opdringerig, en past op de één of andere manier heel goed boven het frisse groen van de kweekgroenten en –kruiden. Slow art noemt Paul dit werk. Slow food eet u in De Kas. Een perfecte combinatie. Het was aanvankelijk de bedoeling dat de installatie alleen vanaf buiten te zien zou zijn maar het werk bleek binnen nog veel mooier en, met dank aan de zéér gastvrije uitbater, mocht het publiek in grote getale de kas betreden en daar in ZEN-sferen komen. (foto: Hans van den Bosch)
parklicht | 4. paradise
Vraag een willekeurige Nederlander hoe hij een paradijs voor zich ziet, en in negen van de tien gevallen beschrijft hij een ongerept stukje natuur, liefst met een reepje strand en enkele palmbomen. Maar vraag de mensen die in het echie onder zulke palmbomen wonen naar hoe ze een paradijs zien, en u krijgt een héél ander antwoord. Wat een ‘paradijs’ is, is dus volledig cultureel bepaald. Met de neonsculptuur Paradise (het woord in roze letters) refereerde conceptueel lichtkunstenaar Diana Ramaekers vanuit een originele invalshoek aan het onderliggende thema van Parklicht: de spanning tussen natuur en cultuur. De sculptuur stond in de vijver vóór Restaurant De Kas, en werd weerspiegeld in het water. Die verdubbeling onderstreepte als het ware de ambivalentie van het idee ‘paradijs’. En ook de locatie deed dat: menig bezoeker moet afgunstig hebben gekeken naar de gelukkigen die achter het kunstwerk ‘paradijselijk’ zaten te dineren... (foto: Mike Wrobel)
parklicht | 5. unicellular #2
Esther Hoogendijk laat zich in vrijwel al haar werk inspireren door de natuur,
en dan bij voorkeur door de allerkleinste bewoners daarvan: schimmels, bacterieën,
eencellige wezens. Zo ook in Unicellular #2 (letterlijk: eencellig)
waarin allerlei kleurrijke vormpjes figureerden die er uit zagen alsof ze echt
bestaan en onder een microscoop zijn gefotografeerd maar, heel minuscuul, met de
hand zijn getekend en vervolgens in een diaraampje geplaatst. Vanuit een boom werd dit kleine grut
op een honderdtal kleine ‘tafeltjes’ geprojecteerd; witte tableautjes op een
dunne, in het gras gestoken poot. De afbeelding werd zo ‘verknipt’ tot een
verzameling kleine stukjes: honderd eencelligen die samen een zwevend organisme
vormden. (foto: Jvsphoto.nl)
parklicht | 6. frankendael
Is de aktiviteitenruimte in
het clubhuis van Scouting Frankendael tijdens de naschoolse opvang één grote
heksenketel vol uitgelaten kinderen, tijdens Parklicht heerste hier een gewijde
stilte. De ruimte zat continue vol met mensen die heel geconcentreerd de videoprojectie Frankendael
van Driessens & Verstappen bekeken. Het duo maakte
gedurende het hele jaar 2002 (dus ruim vóór de grootscheepse renovatie van het
Park Frankendael) elke week opnieuw een foto van steeds dezelfde locatie in het
park. En liet die tientallen foto’s, en dat moet een zeer arbeidsintensief
karwei zijn geweest, naadloos en zonder enige hapering in elkaar overvloeien. Zo
ontstond een tien minuten durende film waarin alle seizoenen voorbijkomen. Een ogenschijnlijk trage maar stiekem razendsnelle time
lapse-film, vol even bijzondere als gewone details. En duidelijk één van dé publieksfavorieten.
parklicht | 7. tragedie van de tuinhuiseigenares
Willem Sjoerd van Vliet en Fleur van Greuningen, samen opererend onder de naam WSVG, hebben allebei Beeld en Taal gestudeerd. In hun kunst speelt taal, het spelen met woorden en zinnen, dan ook een grote rol. Het werk dat ze tijdens Parklicht toonden was losjes geïnspireerd op het gedicht De ballade van de gasfitter van Gerrit Achterberg, naar verluid één van de merkwaardigste gedichten uit de naoorlogse Nederlandse literatuur, met meerdere lagen en voor velerlei uitleg vatbaar. In het gedicht spelen de aantrekkingskracht van warm verlichte ramen in de winter en het voyeurisme dat dit oproept een grote rol. Willem Sjoerd en Fleur plaatsten een kleine kweekkas op een eilandje in een uithoek van het park. De zijkanten waren zwart geverfd, naar binnen kijken kon alleen vanaf boven, door het dakje. Daar zag de bezoeker een van onderen verlicht stuk transparant afdekplastic dat door een stel verborgen föhns regelmatig omhoog werd geblazen. Telkens als het zeil omlaag viel was een ander deel van de op de vloer geschilderde tekst te zien; om de hele tekst te lezen waren meerdere ‘kijkbeurten’ nodig. En daar had lang niet iedereen het geduld voor... (foto: Hans van den Bosch)
Bij Tragedie van de tuinhuiseigenares maakten Willem Sjoerd en Fleur een klein maar fijn literair boekje in een oplage van 50 stuks, dat ze tijdens Parklicht te koop aanboden voor 5 euro. Ze zijn nog lang niet uitverkocht, bestellen kan hier.
parklicht | 8. una más!
Leonard van Munster maakt faam met drijvende kunstwerken:
eilandjes in de vorm van (fantasie-)bouwsels of stukjes natuur, vaak compleet
met een fontein. Zaken die niet in het water horen maar daar niettemin in
terecht zijn gekomen. Voor Parklicht plaatste Van Munster een bar in het water:
een L(van Leonard?-)vormige toog inclusief tapkranen, druiproosters, glazen en
ingebouwde, oranje-roze sfeerverlichting. Met ervoor een rijtje barkrukken.
Eigenlijk ontbrak alleen de barkeeper. Het resultaat was een bizar,
surrealistisch beeld; goed voor menige grap. Una más! heette dit werk: doe nog maar zo’n lekker koud biertje... (De dag na Parklicht reden ambtenaren
van de Dienst Handhaving door het park: ze zagen de bar in het water
liggen en snapten er helemaal niéts van...)
parklicht | 9. reed wave
Nóg een publieksfavoriet:
Reed Wave van Egied Simons. Egied stak dunne ijzeren
staafjes in de de drassige bodem van de plas, bevestigde daar zeven bungelende bouwlasers (digitale
waterpassen) aan die ronddraaiden in de stevige wind. Zo wierpen ze
dunne, verticale lijnen rood licht op het soms wild wuivende riet, waardoor ze
in honderden rode puntjes uiteenvielen. Het resultaat van deze betrekkelijke
eenvoudige installatie was subtiel, poëtisch en even verstild als beweeglijk. De eendjes wisten niet wat ze overkwam....
parklicht | 10. rashomon
Yarre Stooker maakt zogeheten stop motion-animatiefilms: elk frame is een apart plaatje dat is opgebouwd uit meerdere foto’s. Een zeer arbeidsintensief proces dus. In zijn films speelt Stooker zelf alle hoofdrollen: vaak is zijn lange, lenige lijf meerdere keren tegelijk te zien. De film die hij in Park Frankendael toonde is gebaseerd op de klassieke Japanse samoerai-film Rashomon (Akira Kurosawa, 1950). Deze film laat zien hoe meerdere mensen dezelfde situatie heel verschillend kunnen beleven en navertellen: het zgn. Rashomon-effect.
Omdat een park het decor vormt van de film en er zo nu en dan een 'licht-mannetje' verschijnt, leek het alsof de animatie op maat was gemaakt voor Parklicht. Dat was niet het geval, de film dateert alweer uit 2008. Het werk werd pas enkele dagen voor de première toegevoegd aan het programma: Yarre verving Eric Martijn, die om verschillende redenen afviel.
parklicht | 11. kamer #05
Hans Runge zwierf een tijdje over straat. Sindsdien werkt hij met enige regelmaat aan een serie daklozen-shelters: provisorische, tijdelijke verblijfplaatsen van oneigenlijke materialen met beschermende eigenschappen zoals markiezen, buizen en -zoals in Park Frankendael- een watertank. Het witte plastic geval bevond zich op enkele meters hoogte, bovenaan een wankele ijzeren trap. Het bordje met Verboden Toegang weerhield nieuwsgierige bezoekers ervan de trap te beklimmen, zodat onduidelijk bleef of er daadwerkelijk iemand 'thuis' was. Wat overigens heel wel mogelijk was, want er brandde licht binnen... (foto Toos Uitvlugt)
parklicht | 12. memento mori
Dat Bas Peeters de hermitage zou kiezen als locatie voor
zijn Parklicht-bijdrage lag enigszins voor de hand. Bas heeft zich immers
gespecialiseerd in het eigenzinnige verbeelden van markante historische
kenmerken van een plek, en de geschiedenis van de namaak-ruïne in het midden van
Park Frankendael is markant. In de achttiende eeuw was het park een
lusthof voor welgestelde Amsterdammers die hier zondags vertier vonden. De hermitage
(kluizenaarshut) was één van de populairste attracties van het
park: de ‘bewoner’ ervan was een in monnikspij gehulde, mechanische houten pop
die wees naar een doodskist met het opschrift Memento
Mori. Een speciaal voor dit doel ingehuurd persoon bediende het
mechaniek van de pop en gaf uitleg. Het beeld bood stof tot nadenken over de
vergankelijkheid van het aardse bestaan en had zowel iets verhevens als iets
griezeligs (een ideale combinatie...)
Bas maakte met een
infrarood-camera een film-loop die met zijn
schimmige en wat schokkerige karakter net zo goed honderd jaar geleden gemaakt
had kunnen zijn en projecteerde die in de deur van de hermitage. Als uit het
niets verscheen een spookachtige figuur die zoekend om zich heen keek, daarbij
een lantaarn omhoog hield, zich omdraaide en weer verdween. En dat rusteloos
bleef herhalen zonder ooit te vinden wat hij zocht. Ook deze 'geest van de
hermitage' ontpopte zich al gauw tot publieksfavoriet. (foto Toos Uitvlugt)
parklicht | 13. werk in uitvoering
Achter Huize Frankendael bevindt zich een heuse baroktuin, met buxusperkjes in keurig bijgehouden krullen. Het wat morsige witte plastic werkmanshuisje van Arno Scheper vormde daarmee nogal een contrast, en al helemaal als het flikkerende licht achter het plastic tot volle sterkte kwam en het warempel leek alsof er iemand binnenin laswerk stond te verrichten. Het hardwitte schijnsel was met momenten zó fel dat het bijna pijn deed aan de ogen en een groot deel van de tuin deed oplichten.
parklicht | 14. spiraalboom
De meest subtiele Parklicht-bijdrage staat op naam van Jeroen Werner. Hij koos een tientallen jaren oude boom met een kenmerkende eigenschap: de ruwe stam lijkt heel geleidelijk om zijn as heen te zijn gegroeid. Hetgeen waarschijnlijk ook het geval is, want zo'n boom groeit immers mee met de seizoenen (toch? Veel verstand hebben wij niet van dit soort zaken.) Jeroen schilderde de structuur van de stam na, plakte het resultaat op een draaiend motortje, filmde wat hij zag en projecteerde dat op de boomstam... waardoor die daadwerkelijk leek rond te draaien. Een poëtisch en zeer rustig beeld, zo verfijnd dat de kijker een stukje naar de boom toe moest lopen om het te zien.
parklicht | 15. watching nature
De
installatie van Wouter Kops was -samen met die van Driessens & Verstappen, Yarre
Stooker en Hans Runge- één van de vier werken die niet speciaal voor Parklicht
zijn gemaakt. We zagen dit werk alweer bijna een jaar geleden tijdens de
Rotterdam Art Week en wisten meteen: dit
willen we op Parklicht! We wisten ook meteen wáár: in de tuinkamer van Huize Frankendael. Het stond er nog
mooier dan we hadden verwacht.
Watching Nature
bestaat uit drie videomonitoren die met het scherm naar beneden
hangen. Op elk van de schermen, het één wat feller en/of kleurrijker dan het
ander, zien we een opname van de zon. Onder de schermen staan bakjes met aarde
waarin kleine plantjes groeien, hun blaadjes hoopvol op de kunstmatige zon boven
hen gericht. De installatie verbeeldt een artificiële kweekkas, met
namaak-zonlicht. Het werk is niet zozeer een lichtkunstwerk alswel een kunstwerk
over licht. Over het licht van de zon om precies te zijn, die onvervangbare bron
van alle leven: het alfa en omega van het bestaan.
parklicht | 16. man made moon, moon made man
Waar in het kunstwerk
op de begane grond van Huize Frankendael alles draaide om de zon, was het juist
de maan die de volle aandacht kreeg op het dak. Letterlijk, want
Nicky Zwaan lichtte van daaruit de maan aan met een enorm
zoeklicht van liefst 5000 Watt. Het zoeklicht werd elke avond continue
bijgedraaid zodat het ook daadwerkelijk in de richting van de maan bleef
schijnen, ook als die zich verschool achter de wolken. Hetgeen -helaas-
gedurende geheel Parklicht het geval was... behalve halverwege de openingsavond.
Toen dreven de bewolking plotseling weg, liet de maan (nog voor zo'n 80% vol)
zich in al haar glorie zien en leek ze dankzij Nicky's versterking nog nét wat
feller te schijnen. Een magisch moment!
Abonneren op:
Posts (Atom)