donderdag 30 april 2015

selfie met dood paard


In de slipstream van het dubbeldikke Anton Corbijn-circus bezochten wij gistermiddag twee interessante tentoonstellingen in het Haags Gemeentemuseum en het aanpalende GEM/Fotomuseum. Om te beginnen de solo van Berlinde de Bruyckere, dochter van een Belgische paardenslager en ook zelf ambachtelijk in de weer met knoken en vlees. Van geknede en gegoten modelleerwas welteverstaan, maar nauwelijks minder naargeestig. We herkennen halfvergane, zowel menselijke als dierlijke lichaamsdelen -de aders nét zichtbaar onder de doorschijnende huid- alsmede takken en bomen, samengevoegd tot installaties van soms monumentale proporties. De lijkenlucht en de vleesvliegen mogen we er zelf bij bedenken. Het theatrale werk roept talloze associaties op met kunst en film en is even afstotend als fascinerend. Een toeschouwer: “Nou, gezellig is het niet!”

Vervolgens was het tijd voor de solo-presentatie What’s The Matter With Idealism? van de Schot Charles Avery. Een aantal monumentale, uiterst knappe tekeningen verbeeldt het dagelijkse leven in de havenstad Onomatopoeia, gelegen in een parallelle wereld die bevolkt wordt door magere mensen en nog magerdere honden. Auto’s schijnt men er niet te kennen; fietsen des te meer. Nogal wat bewoners dragen kleurrijke, geometrisch gevormde hoofddeksels: abstracte kunstwerkjes die opvallende gelijkenissen vertonen met de 'moderne' gebouwen op de achtergrond. Het leven in Onomatopoeia is een uiterst serieuze zaak: niemand lacht er of kijkt ook maar enigszins blij, ook niet het jongetje in het T-shirt met de opdruk We Stay Here Because We Like It. De expositie wordt gecompleteerd met allerlei sculpturen en overige ruimtelijke objecten die stuk voor stuk in de tekeningen terugkomen. Alles refereert op schijnbaar logische wijze aan elkaar in deze fijne hermetische puzzel.

Daarna was het prettig toeven in de ruime studio van de Haagse lichtkunstenaar Jozef van der Horst, die ons mee terug nam naar de jaren ‘70 door enkele van zijn charmant gedateerde perspex-werken uit die tijd te laten zien - en aansluitend muziekjes van Pink Floyd te draaien.