donderdag 2 juli 2015

kookpunt


Quintet Landverraad speelt acht razendsnelle hardcore-nummers van elk hooguit vijfenveertig seconden, maar weet de set tot zo’n twintig minuten op te rekken met een hoop politiek correct gezwatel tussen de liedjes: racisme is slecht en het systeem sucks... niets kortom dat wij en al die andere bezoekers van links-anarchistisch bolwerk Occii niet al wisten. Dan volgt een trio bestaande uit een kleine Japanner die op de rand van het podium geconcentreerd aan de knopjes van een elektronisch effectapparaat zit te draaien, een Franse percussionist die op een gong en op Chinese bellen staat te hengsten, en de Rotterdamse muzikale duizendpoot en gitaarheld Lukas Simonis. Ze spelen snoeiharde maar helaas veel te vrijblijvende drones zonder kop, staart of opbouw. De laatste halve minuut, als het volume rigoreus wordt teruggedraaid en de bellen heel subtiel met een vioolstok worden gestreken, is een verademing.

Inmiddels is de temperatuur tot saunaniveau gestegen en treedt het Amerikaanse duo aan waar we voor zijn gekomen: Lightning Bolt. Een stoïcijnse bassist die knappe noiserock-riffs speelt, zijn geluid even massief als gelaagd dankzij een batterij effectpedalen; en een explosieve drummer die er bij elk nummer vól ingaat, zijn gezicht verborgen achter een stoffen masker waar een microfoon in verborgen zit waarin de man flarden ‘melodie’ blèrt. Dat alles op hoog volume, razend strak en swingend als de fokking neten. Wie maalt er dan nog om dat de meeste nummers tamelijk inwisselbaar klinken? Had het duo tot voor kort de gewoonte om zich midden in de zaal te positioneren, dit keer staan ze netjes op het podium. Maar veel 'gewoner' wordt het optreden daar gelukkig niet van... terwijl het zweet langs de muren druipt verandert de verhitte zaal in een gekkenhuis: er wordt geduwd en getrokken, fanatiek ge-crowdsurft en één of andere oelewapper spuit grijnzend een waterpistool leeg op het publiek. De band speelt met een waanzinnige intensiteit en het concert bereikt het kookpunt met een lange versie van Dead Cowboy, met een vervaarlijk naar heavy metal neigende, maar o zo lekkere baspartij. Na een al even knallende toegift spoedt iedereen zich zo snel mogelijk de frisse lucht in, de vloer van de Occii glad en glinsterend van het zweet achterlatend. Wat een feest!