|
Funda Gül Özcan | Takeshi Ikeda |
Voor het zoveelste jaar op rij bezochten we de
preview van
het kijkfeest dat
RijksakademieOPEN
heet. Er lijkt dit jaar wat minder videokunst te zijn, wat meer schilderkunst,
opnieuw het nodige
high brow-spul dat ons boven de
pet gaat en/of waar we ons de benodigde tijd niet voor gunnen, én – gelukkig – weer heel wat fijne ruimtelijke installaties. We noemen
er hier drie, te beginnen met de forse ‘kijkdoos’ van
Funda Gül Özcan, waarin op
vernufige wijze allerlei iconische beelden achter elkaar op glasplaten
worden gereflecteerd waardoor ze als hologrammen in het luchtledige lijken te ‘zweven’. Wolken,
bliksemschichten, een waterval en een regenboog, maar ook een IS-vlag en een
kwaadaardig starend oog komen samen in een fraaie maar ook verontrustende,
ruïne-achtige setting.
Matthijs Munnik, vorig jaar nog met zijn één van zijn hallucinaties
opwekkende stroboscoop-installaties present in onze
Lichtjaren-expositie
in het Kunstfort te Vijfhuizen, doet het nu stukken rustiger aan met een werk
dat nogal aan dat van
James Turrell doet denken. Matthijs
toont
Luminal, een geheel witte ruimte waarin alle hoeken zijn
weggewerkt en die daardoor een dimensieloze leegte lijkt te vormen. Dit
‘canvas’ wordt ‘beschilderd’ met gekleurd licht, van zachtgroene pasteltinten tot
felroze. Zachte elektronische klanken dragen bij
aan het gevoel dat we een soort bezinningsruimte zijn binnengegaan. Het verreweg
mafste werk is van
noise-fan
Takeshi Ikeda: een constellatie van tamelijk extreme videoprojecties. De film waarin hij in een razend
tempo ‘5643 kwaadaardige liedjes die je meteen weer moet vergeten’ uitkotst (!) is even hilarisch als ontregelend. We zeiden het al: een kijkfeest!