donderdag 29 augustus 2013

inkijk | inkijk | inkijk


In 1961 huurde Claes Oldenburg een leegstaande winkelruimte in de Lower East Side van Manhattan en situeerde er zijn ruimtevullende installatie The Store: rekken en vitrines vol sculpturen in de vorm van etenswaren en huishoudelijke attributen. Een typisch popart-kunstwerk dat vragen stelde over waar 'hoge' kunst eindigt en 'lage' commercie begint, en daarmee tegen menig heilig huisje schopte. Anno 2013 is de term cultureel ondernemerschap volledig ingeburgerd. Dat ook kunstenaars een eigen 'winkeltje' runnen vindt tegenwoordig iedereen vanzelfsprekend. De Bliss Superstore, vanaf heden te zien in onze Etalagegalerie Inkijk in metrostation Waterlooplein, is dan ook helemaal 'van nu'. Maar dat maakt dit totaalkunstwerk zeker niet minder vervreemdend. Want waar Oldenburg ervoor koos om zijn winkelwaar vrij ruw te boetseren en beschilderen en daarmee het kunst-aspect versterkte, lijkt de winkel van de dames Bliss op het eerste gezicht bedrieglijk echt. De Bliss-huisstijl is basaal en een tikkeltje ouderwets, maar met veel liefde en tot in de kleinste details uitgewerkt: zelfs op de doppen van de flessen wasverzachter staat het Bliss-logo. Dat logo bestaat deels uit een knalroze kusmondje - en daarin zit 'm de essentie: deze Superstore wil mensen plezieren, blij maken, zich beter laten voelen. Nu in de aanbieding: 100% pure gelukzaligheid! Ga dat zien, ga funshoppen bij Bliss!

Meer popart vinden we bij schilder Guido Nieuwendijk. In letterlijke zin welteverstaan, want Guido heeft één van Roy Lichtenstein's Brushstrokes op zijn rechterarm laten tatoeëren. Of ook Nieuwendijk's wandschilderingen onder popart vallen is de vraag; daarvoor zijn ze wellicht te minimalistisch. De murals worden gekenmerkt door een strak doorgevoerde, monumentale vormentaal (stippen, strepen, vlakken) in felle, vaak vrolijke kleuren. En altijd volgens het motto less is more. Zijn (driedimensionale) werk Loose Ends in de Inkijk in station Weesperplein is feitelijk niet meer dan een grote witte balk tegen een frisgroene ondergrond. Maar potverdorie, wat knalt dat ding! 

Tim Hoefnagels is een stoere Brabander. Een man van weinig woorden. Zijn installatie in Inkijk Wibautstraat, een machine die niets produceert maar alleen is, heeft dan ook geen titel 'want dat geeft maar betekenis aan het werk'. Zijn perpetuum mobile gaat dan ook helemaal nergens over maar biedt desondanks -of juist daardoor- ruimte voor talloze associaties. Om maar wat te noemen: de eeuwige cyclus des levens, de slang die in zijn staart bijt, de zinloze repetitie van het dagelijkse bestaan. Maar ook: een ode aan de uitvinding van het wiel, aan transport, aan de metro die dagelijks zijn rondjes rijdt.

Kortom: het zijn ook dit keer weer drie totáál verschillende tentoonstellingen. Vandaag wordt er de laatste hand aan gelegd en vanaf morgen zijn ze in volle glorie te zien. T/m 25 oktober.