dinsdag 14 juli 2015

nul = niet niks

Biertje? - de kratjeswand van Jan Henderikse

In 1957 organiseerden Heinz Mack en Otto Piene onder de naam ZERO een bescheiden duo-expositie die één avond duurde. De tweede aflevering, een jaar later, was een evenement met maar liefst vijfenveertig internationale kunstenaars. ZERO werd in korte tijd één van de succesvolste kunststromingen ever, iets dat in de huidige geglobaliseerde en gefragmenteerde (kunst-)wereld bijna niet meer voorstelbaar is. Eveneens is het moeilijk voor te stellen hoe radicaal men die ZERO-kunst aanvankelijk vond: de tentoonstelling ZERO: Let Us Explore The Stars in de kelder van het Stedelijk Museum oogt met al zijn glanzende materialen en monochrome vlakken opvallend vriendelijk, strak, cool, ja bijna... hip. De eerste zaal hangt vol met ZERO-schilderijen zoals we ze uit de boekjes kennen: witte doeken met daarop repetitieve patronen van plooien, spijkers, punaises, krassen, wattenbolletjes... en de beroemde messnede van Lucio Fontana. In zaal twee hangen rode en anderszins felgekleurde schilderijen, en van daaruit geht die Party richtig los. Autobanden en zakjes water aan de muur, opgestapelde bierkratjes, hypnotiserende optical art, fraaie lichtkunst-experimenten, ratelende Tinguely-machientjes, het kan niet op. Eigenlijk valt ons alleen de ruimte vol kinetische lichtkunstwerken die Piene, Mack en hun collega Guenther Ueker in 1964 voor de documenta III maakten een beetje tegen: de werken an sich zijn stuk voor stuk prachtig maar ze staan veel te dicht op elkaar en de lichteffecten zouden een stuk beter uitkomen zonder die felle spots die erop gericht staan. Maar da’s wat ons betreft dan ook echt het enige smetje op deze heerlijke zomerhit.