maandag 8 februari 2016

'kunst uit afrika om bij stil te staan'


Martien van Oorsouw interviewde Klaas de Jonge voor oost.online over zijn uitgebreide verzameling Afrikaanse kunst, waaruit momenteel zo'n dertig objecten te zien zijn in onze Inkijk-galerie in metrostation Wibautstraat. We nemen het stuk hier integraal over. Gert Verbeek maakte de foto.

De kunst in Etalagegalerie Inkijk is erop uit de blik van de haastige passant te trekken. Op weg naar de metro zie je iets waar je oog aan blijft haken. Inkijk Wibautstraat toont tot 3 maart kunst die een nadere blik waard is. Als je goed kijkt zie je een zelfportret van de verzamelaar. – Ook dát is anders aan deze tentoonstelling: de meeste beelden worden speciaal voor de plek gemaakt, deze beelden maken deel uit van een verzameling. Als je metrostation Wibautstraat inloopt vanaf de Vrolikstraat, zie je de Afrikaanse beelden in de galerie. 'Ik ben erg blij dat ik de beelden hier kan laten zien' zegt verzamelaar Klaas de Jonge (1937).

Een groot gedeelte van zijn werkende leven heeft Klaas in Afrika doorgebracht. Hij studeerde antropologie en sociologie, en kwam te werken op het Afrika studiecentrum in Leiden. Hij deed demografisch onderzoek in Tanzania en Senegal. Begin jaren tachtig werkte hij in Mozambique, waar hij betrokken raakte bij de gewapende strijd tegen het apartheidsregime in Zuid Afrika. Hij smokkelde wapens. In 1985 werd hij opgepakt door de Zuid Afrikaanse politie. Hij wist te ontvluchten naar de Nederlandse ambassade in Pretoria, waar hij door Zuid Afrikaanse politie-agenten weggesleept werd. Dat veroorzaakte een diplomatieke rel. Uiteindelijk heeft hij 26 maanden in de Nederlandse ambassade gezeten, voor hij via een gevangenenruil kon terugkeren naar Nederland. In Dagboek uit Pretoria schrijft hij over deze ervaring.'Ik was wel geïnteresseerd in Afrikaanse kunst', zegt hij, 'maar ik verzamelde toen nog niet. Ik kocht wel eens wat en zette het in mijn huis.'

In 1998 ging hij als onderzoekscoördinator voor Penal Reform International (PRI) werken in Kigali, de hoofdstad van Rwanda. 'De waarheidscommissie van Rwanda, zeg maar.' In 1994 woedde een burgeroorlog in Rwanda, in een korte periode werden 800.000 tot 1.000.000 Tutsi's en Hutu's vermoord. De hoofdverdachten werden berecht door het Rwanda-tribunaal, het PRI was opgezet om een eerlijke rechtsgang te bevorderen. 'Het was een vorm van alternatieve rechtspraak op dorpsniveau. Als al die personen berecht werden, zou dat jaren gaan duren.' Toen hij dat werk deed, begon het verzamelen pas goed. 'Het werk was zwaar. Ik zocht een tegenwicht, om me te ontspannen ging ik me met Afrikaanse kunst bezighouden. Ik ben gefascineerd door de rol van kunst in de cultuur. Omdat het oorlog was, kwamen veel beelden op de markt. Door de druk van de hallelujahkerken, zoals ik ze noem, gingen veel van die 'heidense' beelden de deur uit. Ze werden niet vernield, maar verkocht. Ik kocht wel eens wat. Al snel sta je bekend als de blanke die beelden koopt. Ik genoot van het spel met de handelaren.' Elk beeld heeft een verhaal. 'Soms verzinnen ze een verhaal voor de ‘mzungu’ (blanke)', lacht Klaas, 'als het een goed verhaal was, liet ik het zo. Het ging mij niet om de waarheid ervan. Het was vooral een manier om naast het werk met mooie dingen bezig te zijn.'

De meeste beelden uit de verzameling komen van de Lega stam, een stam uit oost Congo. De Lega geloofden dat God zich niet erg bezig hield met de Lega, hij was een afwezige God, maar via allerlei ceremoniën onderhielden ze wel banden met belangrijke voorouders. Via gezang en dans met maskers en andere voorwerpen werden de waarden en normen van hun gemeenschap doorgegeven. Achterin hangt bijvoorbeeld een Lega masker met één oog. Het staat voor een man die erg alert is op problemen van de gemeenschap, maar die te weinig aandacht besteedt aan zijn eigen familie. Zijn zoons hebben wel eens gezegd dat zij zich soms door hem - ook blind aan één oog - verwaarloosd voelden en hij wat dat betreft op het éénogige masker zou lijken.

Het grootste gedeelte van zijn verzameling ligt opgeslagen in de kisten die ook in de galerie te zien zijn. Veel is hij in de loop der jaren kwijt geraakt: 'Ik heb op een boot gewoond die gezonken is.' Soms ruilt hij een beeld met een bevriende kunstenaar. Hij heeft geprobeerd zijn verzameling onder te brengen bij een museum, maar dat liep stuk. Van kunstvoorwerpen uit Afrika die na 1970 zijn aangeschaft, moet worden aangetoond dat ze legaal verworven zijn. Klaas kon dat niet. Het liefst gaf hij de collectie terug aan musea in Congo, maar hij heeft daar geen contacten. Bovendien worden ze daar slecht bewaard. Via via kwam hij in contact met het Etnografisch museum in Warschau (Polen). Een deel van de collectie is daar nu te zien. 'Deze beelden maken deel uit van een sociale cultuur, ze verdienen het om gezien te worden.'