Michael Gira, punk rock cowboy en Swans-voorman | de hoes van The Glowing Man |
Vorige maand was er de nodige reuring om de digitale release, en vandaag
ligt-ie officieel in de winkels: A Moon Shaped Pool van
Radiohead. Hij begint goed (met name Daydreaming is
een juweel) maar tijdens de tweede helft beginnen de futloosheid en de
huilie huilie-vocalen zich toch enigszins te wreken. Er zijn mensen die Radiohead, omdat
ze naar verluidt hun experimentele muziek aan een groot publiek weten
te slijten, ‘de Pink Floyd van de 21ste eeuw’ noemen. Nu valt
het met dat ‘experimentele’ best wel mee (of tegen, zo u wilt) en voor zover de
vergelijking überhaupt opgaat, betreft dat de Pink Floyd vanaf Dark Side of
the Moon (uit 1973), één van de bestverkochte elpees ooit.
Een hedendaagse band die ons inziens minstens zozeer voor het predicaat ‘21ste eeuwse Pink Floyd’ in aanmerking komt is Swans. Net als Pink Floyd ten tijde van Meddle (uit 1971 en o zo veel spannender dan Dark Side...) excelleert Swans in groots opgezette ‘concept-albums’ vol uitgesponnensongs suites met lange, instrumentale partijen en een (jawel!)
behoorlijk experimenteel karakter. Maar dan veel duisterder en heel veel heftiger. Toevallig brengen ook Swans vandaag een nieuw
werkstuk uit: The Glowing Man, hun derde driedubbelelpee op rij. Nog
steeds geldt: “Waarom twee akkoorden gebruiken als het ook met één kan?” En:
“Waarom een motief maar drie minuten spelen als je het ook in tien, twintig minuten lang
volledig kunt uitwonen?” Voordeel van dat laatste is dat de luisteraar rustig even weg kan lopen om koffie in
te schenken of een plasje te doen: grote kans dat bij terugkomst nog steeds dezelfde
riff klinkt... Zo nu en dan wordt er een allesverzengende gitaarmuur
opgetrokken en blèrt voorman Michael Gira uit volle borst (en tegen het valse
aan) zijn sjamanistisch aandoende mantra’s, maar ook klinken de nummers regelmatig bijna ingetogen. Voor hun doen dan hè, het blijven natuurlijk de Swans...
The Glowing Man is even repetitief en nauwelijks minder heavy dan
zijn voorgangers, maar kent ook momenten van majestueuze
en/of subtiele schoonheid en eindigt zowaar met een optimistisch klinkende meezinger. En dat
alles in een geluidsbeeld zo wijds als een Amerikaanse prairie in het melkwitte licht van de volle maan. Waanzinnige plaat.
Een hedendaagse band die ons inziens minstens zozeer voor het predicaat ‘21ste eeuwse Pink Floyd’ in aanmerking komt is Swans. Net als Pink Floyd ten tijde van Meddle (uit 1971 en o zo veel spannender dan Dark Side...) excelleert Swans in groots opgezette ‘concept-albums’ vol uitgesponnen